Zysla Gitla Wajnsztok-Barab had minimaal 2 kinderen. Ze kwam in december 1938 met haar zoon Naftali Jerachmil naar Nederland vanuit Berlijn. Haar in 1898 geboren zoon Abram Fajwel was toen al in Amsterdam met zijn vrouw en dochtertje: zij arriveerden al in maart 1936. Abram had in Berlijn een regenjassenatelier, waarvan ook al een filiaal in Amsterdam bestond, dat werd gerund door een Duits-Joodse vluchteling die voorheen in Berlijn bij hem had gewerkt. Toen Abram Wajnsztok ook uit Duitsland weg wilde, zette hij zelf de zaak in Amsterdam voort. Hij wist de oorlog te overleven omdat hij met zijn gezin Hondurese paspoorten had bemachtigd en op de emigratielijst voor Palestina stond geregistreerd. Hierdoor werd het gezin naar Bergen-Belsen gestuurd. Ze overleefden alledrie de oorlog.
Addition