Izak Hartog ter Berg verhuist op 6 juni 1916 van Arnhem naar Assen en gaat hier werken als kantoorbediende voor Joseph Benjamin Levi, die een lakenhandel heeft in de Oranjestraat. Hij woonde bij de familie Godschalk in de Rolderstraat, tot hij in 1923 met Rosa Mogendorff trouwt. Ze verhuizen naar Nieuwe Huizen 5A (tegenwoordig 9), waar op 4 juli 1924 hun zoon Benjamin Hartog (Benno), vernoemd naar zijn opa, wordt geboren. Drie jaar later volgt dochter Milly Lena, vernoemd naar haar grootmoeder Leentje ter Berg-Wijnberg. In mei 1928 verhuist het gezin naar een grotere woning aan de Burgemeester Jollesstraat 14 in Assen.
Als kind bezocht Benno de Emmaschool, maar hij bleek geen vooraanstaande leerling. Rekenen was zwak en een lerares omschreef hem als 'nerveus'. Hij hield van de natuur en werd in 1939 lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). Op zijn dertiende werd hij bar mitswa en ging hij naar de Rijks H.B.S. aan de Beilerstraat in Assen. Hij interesseerde zich erg voor nieuws en actualiteiten.
In oktober 1940 werd het gezin uit hun huis aan de Burgemeester Jollesstraat gezet en zij kregen een huis toegewezen aan de Varkensmarkt 1. Begin 1941 trokken een oom en tante bij hen in, nadat hun huis aan de Schoolstraat was getroffen door bommen.
In augustus 1941 mocht Benno niet meer naar de h.B.S. in Assen. Hij moest helemaal naar Groningen om daar een speciale Joodse school te bezoeken. Ook mocht hij vanaf oktober 1941 geen lid meer zijn van de NJN.
Op 2 juli 1942 moesten Benno en zijn vader zich na een oproep laten keuren voor de werkkampen in Drenthe. Zijn vader werd goedgekeurd en moest naar Orvelte. Moeder en zusje Milly gingen bij de Joodse Raad in Assen werken, om te voorkomen dat zij ook naar een werkkamp moesten. Moeder werkte bij de Sociale Zorg en Milly bij de administratie en boodschappendienst. Ook Benno werkte hier, tot hij op 15 augustus 1942 naar kamp Ruinen moest. Hij gaf zijn dagboek in bewaring bij een schoolvriend. Op 17 augustus vertrok hij naar Ruinen, maar hij bleef hier slechts een dag. Op 18 augustus werd de hele groep al naar Westerbork overgebracht. Op 24 augustus ging Benno, samen met 518 anderen, op transport naar Auschwitz.
Op 2 oktober 1942 werden alle werkkampen leeggehaald en werden de gezinnen van de mannen van huis gehaald. Benno's ouders en zusje kwamen in Westerbork terecht en werden vrijwel meteen doorgestuurd naar Auschwitz. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.
Bron: Asser Historisch Tijdschrift, 9e jaargang, nr. 2, april 1999.