Lowina de Levie kwam uit een gezin met vier kinderen. Vader, moeder en alle kinderen overleefden de oorlog door onder te duiken. Haar vader werkte als Psychiater. In de oorlog moest het gezin verhuizen naar het “Judenviertel” en kreeg een flat in de Grevelingenstraat.
“Wij hadden thuis een koffertje klaarstaan met wat kleren voor als we ineens moesten onderduiken. Toen ik zestien werd, als volwassene niet langer onder mijn vaders bescherming viel, zijn we allemaal ondergedoken.”