Verhaal

Benjamin Nink

Benjamin Nink is na aankomst in Sobibor voor dwangarbeid geselecteerd. Jules Schelvis beschrijft in zijn boek 'Vernietigingskamp Sobibor' (Amsterdam 2008) op pag. 105 - 107 dat omstreeks de jaarwisseling 1942/43 het regime voor zieke of gewonde Arbeitshäftlinge werd gewijzigd. Vanaf dat moment werden ze niet meer onmiddellijk doodgeschoten, maar mochten ze maximaal drie dagen in een Lazarett herstellen. Het zou voor de hand hebben gelegen, zo schrijft Schelvis, dat de drie aanwezige Joodse artsen zich met hen zouden bezighouden. Maar die luxe kon commandant Reichleitner de Joden niet toestaan. Om toch invloed op een snelle genezing te kunnen uitoefenen werd Kurt Thomas door de Nederlandse artsen Soubice en Nink benaderd om zich als ziekenbroeder op te geven, omdat hij immuun bleek te zijn voor tyfus. Ze zegden toe, hem de nodige adviezen te geven. Kurt Thomas werd inderdaad aangesteld als Sanitäter en heeft Sobibor overleefd. Zijn getuigenis wordt door Schelvis uitvoerig geciteerd.