Verhaal

Freerk Engers

08-02-1843 Assen, 26-10-1906 Deventer

Door:

Levensverhaal van een van de zoons van Mozes Marcus en Sara (Janna) Engers

FREERK ENGERS, *8 februari 1843 Assen, #26-10-1906 Deventer.
Joodse begraafplaats Deventer.
Zoon van Mozes Marcus Engers en Sara (Johanna) Hofsink.

Van deze broer van Sara is niet veel bekend. Evenals Bernhart en Sara gaf hij danslessen in Deventer. ’t Zat dus wel in de familie Engers. Freerk trouwde met Engel Veltman. Ze kregen twee kinderen:

Izaak (roepnaam: Ies), later kolonel en Johanna Sara, later muzieklerares, waren ongeveer van dezelfde leeftijd als hun nichtjes Froukje en Rosalie Cohen.

Ze hadden een piano thuis. Als Freerk danslessen gaf moest Jo(hanna) piano spelen en haar broer Ies viool. Dat was dus wel kinderarbeid, want Jo was 12 jaar. Deze musici waren tot laat in de avond bezig.
Omdat Ies graag bij tante Sara in Assen logeerde, nodigde Freerk zijn nichtje To (Cato) uit als tegenprestatie. Ze was dol op haar oom Freerk, maar als de dood voor tante Engel. To was net 8 jaar geworden en hing als een klit aan haar mama en papa. De eerste dag ging prima, maar toen ze ’s avonds alleen in bed lag, ook nog in een aparte slaapkamer, was Leiden in last. Ze heeft de hele dag gehuild om haar ouders en zusjes. Ze sliep nl. met Frouk en Taal in een grote bedstee. Ze wilde direct de volgende dag terug naar Assen. Tante Engel, zwaar de pest in, zei: “Over 10 jaar als je 18 jaar bent, mag je weer eens komen logeren”.
Toos is er nooit meer geweest. Toen ze op 19 juni 1908 18 jaar was geworden, schreef ze een brief naar tante Engel en vroeg wanneer ze kon komen, want ze was nu 18! Tante Engel vond dit een grote gotspe, dus contact was er door dit voorval niet meer.

Johanna Sara trouwde met Frans Adelaar; grossierderij in fournituren, etc. Ze kregen 2 zoons:
Hans Adelaar, gehuwd, geen kinderen en
Freerk (Frits) Adelaar, gehuwd met Lenie Polak, geen kinderen.
De tak van Freerk Engers zal dus uitsterven .
(fcr: Dit blijkt gelukkig niet te kloppen. Hans trouwde met Wilhelmina Kas, zij kregen een zoon).

Ies (van Freerk Engers) en Dolf (van Wicher Engers) logeerden vaak en graag bij tante Saar in Assen. Dolf werd regelmatig door de buurjongens werd gepest. Huilend kwam hij thuis en zei: “tante Saar, de jongens plagen me zo”, waarop Saar zei: “Schlemiel, sla er dan op los”. Dat durfde Dolf helemaal niet en liet dit door zijn neven Ies en Freerk doen.
Ies beet vreselijk nagels. Zijn ouders konden het hem niet afleren. Tante Saar wist er wel raad op. Ze deed zijn 10 vingers apart in verband, doopte ze toen in een pot met koeiegal en zei: “kluif nou maar lekker, m’n kerel”. Ies vergat zo en toe zijn koeiegalvingers en stak een van nagels in zijn mond. Kotsen natuurlijk als de beste. Zo kwam hij eraf.

Ies en Dolf wandelden eens naar Deurze (tussen Assen en Rolde) en plukten daar op een akker mooie paarse viooltjes voor tante Saar. Die heeft zich een aap gelachen. Het was nl. aardappelbloesem. Wisten die jongens veel. Ze kenden alleen aardappelen op hun bord, zonder viooltjes.

Alle rechten voorbehouden