Verhaal

Johanna Engers

Door:

Freda Cohen Rapoport en Joke Wijnschenk, achterachternichten

Alle rechten voorbehouden

Levensverhaal van Johanna Engers,
(herinneringen geschreven door haar nicht Rosa Kersse)

JOHANNA ENGERS, * Roermond 10-01-1890,

  1. 18-06-1943 Hollandsche Schouwburg Amsterdam, begraven Joodse begraafplaats Diemen, veld C, rij 040, graf 008 (geen matseiwe))

De enige dochter van Wicher en Jetje Engers-Wolf , hun oogappel en de lieveling van haar 4 broers.

Toen ze in Arnhem woonden kreeg ze ineens een bevlieging en wilde ook aan het toneel. Ze begon bij een amateurgezelschap. In de Arnhemse schouwburg (Musis Sacrem) kreeg ze een bijrolletje als dienstmeisje Doortje.
In Arnhem was een kazerne van de Gele Rijders. De officieren waren allemaal van adel en het gewone peerdevolk was een stuk plebs. Toen Johanna in de pauze door de zaal liep, werden ze handtastelijk en riepen ”grijp Doortje bij de kont”. Ze had er gelijk genoeg van. Dus ….. einde van haar toneelcarrière.
Nog hetzelfde jaar verloofde ze zich met een echte Indiaanse prins. Hij ging terug naar Indië, maar Jo wilde niet mee naar dat “apenland” met al die enge vliegende beesten. Dus aan die verloving kwam snel een einde.
In 1917 ontmoette ze in Amsterdam een lange, mooie man – René Lorentz Yvon, een zeer ontwikkelde Wit-Rus die voor de revolutie was gevlucht. Zijn ouders waren aan het hof van de tsaar geweest en ook zij werden vermoord. In Nederland werd hij al snel tolk-vertaler, want buiten zijn moedertaal sprak hij vloeiend Frans, Duits en Engels. Met een speciale vergunning gaf hij onder meer lessen in deze talen aan de Handelsschool in Amsterdam. Jo was zwaar verliefd op René en na 3 maanden trouwden ze. Hij werd beëdigd als tolk bij de Amsterdamse rechtbank. Ze woonden aan de Overtoom in een heel groot huis. Na een jaar werd Mary geboren. René noemde haar zijn “Marouschka” en later werd het Miep.
Cato (Toos Cohen) uit Assen logeerde vaak bij ze en werd door Miep “tante Tota” genoemd. Later logeerden Froukje Cohen en Rosa (dochter van Cato) daar vaak. Er was een ellenlange gang in dat huis. De huishoudster en Jo hadden eens afgewassen en vroegen Miep of ze de afgedroogde borden naar de eetkamer wilde brengen. Ze was liever lui dan moe, dus tilde een grote stapel ineens op, struikelde over de drempel en liet alle borden vallen. Alles kapot, maar ineens klonk het stemmetje van Rosa die zei: “alles kapot, maar mijn bordje is nog heel”. Toen werd Miep zo giftig en gooide toen ook het speciale bordje van Rosa kapot.

Het ging er altijd groots aan toe. Ze gingen zich ‘s avonds speciaal “kleden voor het diner”. Altijd waren er gasten. Vaak zaten ze met z’n twaalven aan tafel. Rosa herinnert zich goed dat Dr. Van der Ree en echtgenote praktisch elke avond aanwezig waren. Een leuk voorval was de poppendokter, die met zijn hondenkar elke week door de Overtoom kwam met de roep “sein er poppies te repareren? Koppies, armpies, beentjes alles als nieuw.” En als de bel ging, mocht Rosa het mandje met een briefje voor de bakker uit het raam laten zakken en daarna weer optakelen.

Tijdens een diner vroeg oom René aan Rosa of ze haar “gedichtje” weer eens wou opzeggen, dan kreeg ze een extra dessert en een dubbeltje.
Rosa begon: 1 – 2 koppie thee, 3 - 4 glaasje bier, 5 – 6 kurk op de fles, 7 – 8 Jan staat op wacht, 9 – 10 …… 9 – 10 (er werden nog een paar dubbeltjes bijgelegd en bij het zien van “al dat geld” klonk toen vlot 9 – 10 ik heb Joseph (de broer van Rosa) zijn blote kont gezien. Die avond telde ze 9 dubbeltjes!

Op zekere avond hadden ze een grote borrelinstuif. Miep en Rosa mochten opblijven. Ze hadden nog nooit zoveel mensen in de suitekamers gezien! En ze hoorden maar zeggen: hoe maakt u het mevrouw Yvon, hoe maakt u het meneer Yvon? Later bleek, dat er totaal vreemde mensen naar binnen waren gegaan om er gratis te drinken en hapjes te eten. Jo dacht dat het bekenden van René waren, hij dacht dat ze bij de vriendenkring van Jo hoorden.

Om dit in de toekomst te voorkomen, stuurden ze later uitnodigingen met het verzoek deze mee te nemen. Hun huishoudster Froontje van Beinum (zus van de dirigent Eduard van Beinum) stond boven aan de trap om de kaarten in ontvangst te nemen. Geen kaart …. niet naar binnen.

De familie Yvon verhuisde naar een benedenhuis aan de Amstelkade met een grote tuin en tuinhuis. Jo en Miep lieten van dit tuinhuisje een “huis” voor Miep bouwen, kamer met slaaphoek, kleine keukenhoek etc. René de pest in en vroeg of een huis met 6 kamers soms te klein was voor echtpaar plus dochter. Toen was het hek van de dam, want Jo en dochter gingen toen “het huisje” ook nog eens chic inrichten en lieten de rekeningen bij René komen. Beide vrouwen hadden een groot gat in hun hand tot ergernis van René.
De ruzies waren niet van de lucht en in 1938 nam hij de benen. Hij huurde een kamer in de Corn.Anthonisstraat. Zijn hospita heette Mina Klepper, die later “Mina de rumba-klepper koningin” werd genoemd. Volgens iedereen hielden René en Mina het met elkaar.

Jo en René waren niet gescheiden. Toch is Jo in 1943 opgehaald. Ze werd de hele dag in een Duitse wagen met oplaadbak meegezeuld en steeds werd de wagen voller. Toen ze ’s avonds laat in de Hollandsche Schouwburg werd afgeleverd was ze doodziek en de volgende dag stierf ze aan longontsteking. Toen Miep met René haar de volgende dag wilden ophalen, hoefde dit niet meer. Jo werd begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen.

Miep trouwde in 1940 met Jacob Wijnschenk. Hun dochter Sylvia werd in 1942 geboren. Joke René in 1943. Toen Miep in verwachting was van haar derde kind werd haar man opgehaald omdat hij zijn broer Loutje thuis had laten onderduiken. Eerst Weteringschans, toen Westerbork, daarna op transport. Toen werd het derde kind Charles in 1944 geboren. Jacob werd vermoord op 3 februari 1945 in Kdo Weimar.

Miep leeft nog steeds (2011).
Sylvia trouwde in 1965 met Jaap en kregen een schat van een dochter Angelique.
Joke René trouwde met Jack Honig. Ze kregen twee zoons.
Charles wilde kok worden en ging naar de bakkersvakschool vlakbij de Berlagebrug. Hij emigreerde naar Australië. Hij woont tegenwoordig in Nieuw Zeeland waar hij een gezin heeft gesticht.

De tak van Johanna Engers (dochter van Wicher Engers) is gelukkig blijven bestaan.

Alle rechten voorbehouden