Gerda Arbeid werd geboren op 6 juni 1924 in Amsterdam als tweede dochter van Mozes Arbeid en Jansje Tokkie. Ze had nog een oudere zuster, Annie, die in 1921 geboren was, en in 1926 volgde haar jongste zusje Jonnie.
Het gezin woonde in de Mesdagstraat 6 tweehoog in Amsterdam en vader was trambestuurder bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf. In 1932 overleed Gerda’s moeder en een jaar later hertrouwde haar vader met Leentje Polak, die op haar beurt ook weer twee dochters, Bea en Simone, meebracht, waardoor het gezin uiteindelijk zeven personen telde.
Na de lagere school bezocht Gerda de Laurens Janson Costerschool in de Karel du Jardinstraat, waar ze de MULO doorliep. Hierna kwam ze als kantoormeisje bij de bekende uitgeverij Querido.In 1942 werd Gerda’s vader opgeroepen voor een werkkamp en hij gaf gehoor aan deze oproep. Eind september werd hij van daar naar Westerbork gedeporteerd.
Gerda’s stiefzuster Simone werkte op een mode-atelier aan de Stadionweg en was hierdoor vrijgesteld van deportatie. Uit veiligheidsoverwegingen besloot Gerda weg te gaan bij uitgeverij Querido en haar stiefzuster bezorgde haar een baantje op het atelier, waardoor ook Gerda een Sperre kreeg.
Eind 1942 kwam een inval op het mode-atelier en Gerda en haar stiefzuster werden beiden gearresteerd. In de Hollandsche Schouwburg werd Simone door een kennis via de achterdeur vrijgelaten; er werd naar Gerda gezocht met de bedoeling haar ook te laten ontsnappen, maar niemand kon haar vinden. Zo werd Gerda na een paar dagen naar Westerbork gedeporteerd, vanwaar ze op 8 december 1942 doorgezonden werd naar Auschwitz.
Er is nog een afscheidsbriefje van haar bij haar familie bezorgd, waarin ze schreef dat ze hoopte haar vader weer te zien, waarvan het gezin inmiddels wist dat hij ook doorgestuurd was. Direct na de aankomst van de trein in het kamp werd Gerda echter in de gaskamers vermoord; haar vader, die op 2 november was omgebracht, heeft ze dus niet meer kunnen zien.
Gerda’s stiefmoeder dook onder en werd in het voorjaar van 1943 verraden; zij kwam uiteindelijk om het leven in Sobibor, tegelijk met haar dochter Simone en diens echtgenoot Ab. Gerda’s zusters Annie en Jonnie en haar stiefzus Bea wisten de oorlog te overleven door onder te duiken.
Gerda Arbeid werd 18 jaar.