Maurits Jacob Groen, geboren 22 december 1881 te Den Haag, (vader Levie Mozes Groen zich noemende Abas, moeder Johanna Maria Wigman), trouwt in 1907 met Wilhelmina Gerardina (Dina) Assman (Amsterdam, 2 april 1881, vader Willem Gerardus Assman, moeder Maria Johanna Ferment, naaister).
Het echtpaar Groen-Assman krijgt drie kinderen:
1.Maurits, geboren 17 juni 1908 te Amsterdam.
2.Gerardina, geboren 23 december 1909 te Amsterdam.
3.Marianne, geboren 4 mei 1920 te Amsterdam.
Maurits Jacob Groen is scheikundige, en in 1921 verhuist het gezin naar Dinteloord, waar Maurits Jacob bedrijfsleider wordt bij de suikerfabriek aldaar.
De oudste twee kinderen gaan in 1925 uit huis, en in 1932 gaat het echtpaar met de jongste dochter in Bilthoven wonen. Maurits Jacob Groen is vrijmetselaar en actief in het verzet. Samen met zijn vrouw wordt hij opgepakt en naar het "Oranjehotel" in Scheveningen gebracht .Na de oorlog heeft Reserve-Majoor der Infanterie b.d. E.P. Weber middels een advertentie in de krant, namen en verhalen verzameld van mensen die tussen 1940 en 1945 in het Oranjehotel hebben gezeten (Gedenkboek van het Oranjehotel, eerste druk 1946 , derde druk 1982, Studio Pieter Mulier, Amstelveen). Ook verzamelde hij inscripties die gevangenen op de muren hadden aangebracht, vaak met de spijker waar eigenlijk het closet-rolletje aan hing. Maurits Jacob Groen komt niet voor in de Gedenkboeken zelf, maar heeft wel zijn naam achtergelaten op de muur van cel nr. 423 (zie blz. 112). Er staat: M. J. Groen Bilthoven Vught, en twee data: 13-4-44 en 3-3-44. Volgens deze inscriptie heeft hij dus ruim een maand in het Oranjehotel gezeten. Echter, volgens zijn dochter Marianne (zie ook het boek: "Bezet en verzet. De Bilt en Bilthoven in oorlogstijd" door J.C. Brugman, 1993, blz. 69) werd hij opgepakt door de S.D. op 13 april 1943, zijn vrouw de volgende dag. Hij zou nog net tegen haar kunnen hebben zegen: "Ik moet weg", waarna ze hem nooit weer heeft gezien. Dochter Marianne, die niet meer thuis woonde in 1943, gaat direct zodra het kan naar Bilthoven en weet nog wat belastende papieren te verbranden en een cheque te innen die op naam gesteld was van MJ Groen. Waarschijnlijk zijn Groen en anderen van de verzetsgroep van huisarts Brouwer verraden door de dubbelspion van der Waals, een infiltrant waartegen Groen en Tuyn al steeds meer wantrouwen kregen. Echter hun waarschuwingen kwamen te laat.
Maurits Jacob Groen zat al sinds 1940 in het verzet, en was met zijn 62 jaar een van de oudste gevangenen die ooit in het Oranjehotel hebben gezeten. Zijn vrouw wordt vervolgens vrijgelaten, maar Maurits Jacob wordt via Kamp Vught naar Dachau gestuurd, waar hij op 1 februari 1945 overlijdt aan de vlektyfus, die in die tijd in Dachau was uitgebroken, en die veel slachtoffers maakte. Volgens de Duitse overlijdenakte is hij een "dissident". Op de website van de Oorlogsgravenstichting (www.ogs.nl) wordt Maurits Jacob Groen als slachtoffer vermeld (overleden op 01-02-1945 in Dachau). Volgens deze site was hij lid van het verzet. Omdat er geen graf is, is zijn naam opgenomen in deel 13 van de 42-delige reeks gedenkboeken. Ook staat zijn naam vermeld op het verzetsmonument in Bilthoven. Dina Groen-Assman heeft nog geprobeerd dat tegen te houden omdat haar man had gezegd dat hij nooit dergelijke ereblijken wilde ontvangen, maar tevergeefs.
Dina Groen gaat in 1953 in Halsteren wonen, vlakbij haar dochter Gerardina (mijn grootmoeder), en overlijdt in Bergen op Zoom in 1967, 86 jaar oud.
Broers (en hun vrouwen) van Dina Assman, Henri Johannes Cornelis Assman, zijn vrouw Janke Dijkstra als John Marius Assman (en zijn vrouw Jantje van der Wal en zoon Tjietske Assman) krijgen in 1984 (postuum) een Yad Vashem (Rechtvaardige onder de Volkeren) onderscheiding voor hulp aan joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is een eretitel gegeven aan gojim die joden hebben geholpen met onderduiken, ontkomen en overleven. De decorandus ontvangt een oorkonde en in Jeruzalem wordt zijn of haar naam in een muur gebeiteld.