Verhaal

Holland bedankt

Manfred Greiffenhagen, afkomstig uit Berlijn, drukt zijn gevoelens voor Holland uit in een gedicht. Het gedicht klinkt als een afscheid waaruit veel heimwee, maar ook een dankbaar terugzien blijkt. "Wij zwaaien naar jou met trillend, zware hand, wees gegroet van heel ver, "Mooi Nederland".

Dank an Holland

In Paraat van 25 augustus 1945 publiceert Siegfried Goudsmit onderstaand gedicht van Manfred Greiffenhagen:

Wir Staatenlosen
Wir Tatenlosen
Wir Unbegehrten
Vor jedem Ziel,
Voll Mitgefühl
Stets Abgewehrten,
Wir sind im Geist im Land das Jahr um Jahr
Uns allen eine neue Heimat war.
Die Niederlanden
Wo wiederfanden
Wir neues Leben
Wo man genass
Und fast vergass
Was aufgegeben,
Es ist vorbei, was wir geliebt, versank,
Verblieben ist im Herzen unser Dank.

Du Land der Mühlen,
Wo Menschen fühlen
Das Leid der andern,
Land klein und rein
Wir denken Dein,
Solang wir wandern
Wir winken Dir mit zitternd schwerer Hand
Sei uns gegrüsst von fern, „Mooi Nederland“.

(Bron: Le-ezrath Ha-am – Het volk ter hulpe – Het eerste Joodse blad in 1945 Eindhoven-Amsterdam, heruitgave Van Gorcum, Assen/Maastricht 1985)

Manfred Greiffenhagen woonde in de Louis Bothastraat 22 III in Amsterdam. Zijn vrouw en dochter waren in het buitenland. Hij had een functie bij de Joodse Raad. Op 20 juni 1943 was hij in Westerbork. Vandaar werd hij op 14 september 1943 op transport gesteld naar Theresienstadt. Volgens zijn persoonskaart van de cartotheek van de Joodse Raad is hij op 1 oktober 1944 naar Auschwitz gedeporteerd.

Alle rechten voorbehouden