Isaäc en Betje hadden in totaal 10 kinderen;
Mozes (1898 - 1943)
Elisabeth (1899 - 1982)
Zadak (1901 - 1901
Truitje (1902 - 1942)
Jansje (1904 - 1904)
Zadok (1905 - 1943)
Vrouwtje (1907 - 1942)
Emanuel (1908 - 1943)
Barend (1908 - 1909)
Jansje (1909 - 1944).
3 kinderen zijn dus op jonge leeftijd overleden, Zadak, Jansje en Barend. 1 kind heeft de oorlog overleefd, Elisabeth. Ik heb een vermoeden dat Emanuel op het moment dat hij gedeporteerd werd patiënt was van het Apeldoornsche Bosch. Hij is daar opgenomen in 1927 en daarna wederom in 1931.
Bron: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart en gezinskaart van Isaäc de Wolf.