Laatste levensfase Johanna

Uit verhoor Bijzondere rechtspleging in 1946:
In januari 1943 moest opperwachtmeester W mw. Spanjaard ophalen van haar woning. De groentehandelaar B, die beneden haar een winkel had, ging mee naar boven, waar zij op de eerste etage woonde. W haalde haar over hem ƒ70 van de ƒ100 die zij in huis had in bewaring te geven: zij zou toch worden weggevoerd, ‘anders gaan de moffen er toch maar mee tusschen uit’. Hij nam ook acht lakens en vier slopen mee. B nam twintig lakens en enige slopen mee. De ƒ70 zou W de volgende dag, toen mw. Spanjaard tegen de verwachting in toch niet op transport werd gesteld, hebben teruggebracht.
Verhoor B:
W moest mw. Spanjaard overbrengen naar de Oosterschool. B had drie koffers voor haar naar de school gebracht. Zij mocht de volgende dag weer naar huis. Hij getuigt ook dat W linnengoed had meegenomen (niet helemaal duidelijk is of dit bij de eerste of bij de tweede gelegenheid was); zelf had B die volgende dag het meegenomen linnengoed weer teruggebracht.