Heiman was samen met zijn broers mede-eigenaar van de exportslagerij Fa. S. Gosschalk. Deze zat op de Noordenbergstraat 134 (nu 7). Het vee werd gekocht op de grote veemarkten Leeuwarden, Zwolle, enz. De koeien kwamen via het station lopend langs de singel. er werden zo’n 200 tot 250 stukken vee per week geslacht en uitgebeend; vlees verkocht aan de vleeswarenfabrieken in en om Deventer.
Heiman, de oudste, en zijn broers werkten dag en nacht en hadden zo’n acht mensen uit het Noorden (Noordenbergkwartier) aan het werk. Het bedrijf bestond uit een winkel met daarachter het kantoor, de worstmakerij en het grote koelhuis waarin het vlees voor de export hing.
Hijman hield zich bezig met de administratie, daarbij geassisteerd door een van zijn zoons.
Heiman was het meest vroom van alle broers; daarom bleef het bedrijf op zaterdag potdicht en werd er bij hem thuis op sabbatmiddag met een tiental andere middenstanders thuis geleerd. Hijman had ook altijd een pet op. Hij was wat nors en zwijgzaam.
De exportslagerij is al voor de oorlog naar Epe verhuisd en bestaat nog steeds onder de naam Exportslachterij Gosschalk.
Bron: "De vliegende vis", Aryeh Assan, Israel 1985, "Het Noorden"van J.H. Mulder (voormalige bewoner Noordenbergkwartier).