Voor de Tweede Wereldoorlog, en voor de oprichting van de Staat Israël, hebben Joden vanuit heel Europa geïnvesteerd in ‘Eretz Israël’. Het gaat hierbij voornamelijk om aandelen, kunstobjecten en stukken grond met een totale waarde van ruim 33 miljoen euro. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was men bang dat deze bezittingen door de Britse machthebbers in beslag zouden worden genomen. Om dit te voorkomen heeft het Joods Nationaal Fonds (JNF) de bezittingen op zijn naam gezet. Doordat veel eigenaars zijn vermoord tijdens de Shoa zijn de bezittingen al die jaren onder beheer van het JNF gebleven.
Er is inmiddels een overeenkomst gesloten tussen het JNF en HASHAVA, de organisatie die wereldwijd naar erfgenamen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met bezittingen in Israël zoekt. HASHAVA probeert de bezittingen terug te geven aan de rechtmatige erfgenamen. HASHAVA heeft op haar website een lijst gepubliceerd met de namen van 60.000 eigenaars van deze bezittingen. Er staan 55 personen op die afkomstig zijn uit Nederland. Emanuel Premsela was één van hen. Erfgenamen van Emanuel Premsela kunnen zich in verbinding stellen met JMW via www.joodswelzijn.nl