Verhaal

Helga Bloch-Lipinski

Helga Bloch-Lipinski was in 1942 in Westerbork getrouwd met een Alte Kampinsasse. Hij werkte als commandant bij de Ordedienst. Hierdoor mocht het echtpaar langer in Westerbork blijven en stonden zij niet op de lijst voor directe deportatie. Helga en haar man werden op 4 september 1944 naar Theresiënstadt gedeporteerd. Helga ging van daaruit op 23 oktober 1944 naar Auschwitz, haar man was al eerder doorgestuurd. Helga was hoogzwanger toen ze in Auschwitz aankwam en wist in eerste instantie de selectie door te komen omdat ze een wijde jas droeg, waardoor het de nazi-dokter niet opviel dat ze in verwachting was. Toen de geselecteerde vrouwen zich echter moesten ontkleden om te douchen, kwam haar geheim aan het licht en werd zij naar de gaskamer gestuurd. Haar moeder ging vrijwillig met haar mee.
Helga's man overleefde de concentratiekampen en keerde na de oorlog naar Nederland terug. Hij bleef hier de rest van zijn leven wonen en werkte als speelgoedfabrikant. In de jaren '50 werd hij tot Nederlander genaturaliseerd.

Bron: L. Pelzman, En verder geen leed : een moeder, haar dochter, hun oorlog (Amsterdam 2009).

Alle rechten voorbehouden