To be added to the already-existing entry for Selma Renberg Wolff
It is hoped that, within the coming year, a Stolperstein will be laid in the pavement opposite the address in Sittard where Selma lived before being deported; See the source Stichting Stolpersteine Sittard-Geleen below.
Selma Renberg Wolff
Naam
Selma Renberg-Wolff
Selma en Max Renberg-WolffSelma en Max Renberg-Wolff
(bron: Janet Isenberg)
Geboren
4 januari 1894 te Sittard
Gedeporteerd
9 april 1943 naar Vught, vandaar via Westerbork op 21 septemer 1943 naar Auschwitz
Vermoord
29 februari 1944 te Auschwitz of omgeving (fictieve datum)
Adres
Limbrichterstraat 63, Sittard
Familie
dochter van wijlen Alexander Wolff en Johanna Wolff; zus van Berta, Rosalia, Sigmund, Henriette, Hedwig en Ida Wolff; weduwe van Max Renberg; moeder van Julie Hilde Spencer-Renberg en Alex Renberg
Achtergrond
Van de broer en zes zussen Wolff uit de Limbrichterstraat hebben twee zussen de oorlog overleefd. Dat waren degenen met volwassen kinderen, die hen voor de oorlog konden overhalen naar Zuid-Amerika te emigreren. Selma's dochter Hilde probeerde haar ook over te halen om te vluchten, maar Selma dacht in Sittard veilig te zijn. De achterblijvers wilden bijeen blijven, en zijn daarom later ook niet ondergedoken.
Selma was in 1921 getrouwd met Max Renberg uit Wildeshausen en woonde met hem in Duitsland. Uit hun huwelijk werden in 1922 dochter Julie Hilde en in 1924 zoon Alex geboren.
Max overleed in oktober 1933 te Buer (Gelsenkirchen) op 49-jarige leeftijd. Zoon Alex was kort daarvoor al in Sittard ondergebracht bij zijn oom en tantes op de Limbrichterstraat, omdat hij op de school in de Duitsland door antisemieten werd gepest en in elkaar geslagen. De zomervakanties bracht Alex bij zijn moeder door, terwijl Hilde dan naar Sittard kwam.
In 1934 herkreeg Selma de Nederlandse nationaliteit (die ze bij haar huwelijk was kwijtgeraakt), maar ze bleef met Hilde vooralsnog in Duitsland wonen, eerst in Keulen en later in Krefeld.
In juni 1939 keerde ze naar Sittard terug en vestigde zich met Alex op Steenweg 29. Ze verdiende de kost als naaister. Dochter Hilde vertrok in 1939 naar Engeland, waar ze dankzij een werkvergunning als dienstbode binnen kon.
In 1941 kwamen moeder en zoon Schlesinger bij Selma inwonen. In februari 1943 moesten ze het pand verlaten. Selma en Alex trokken toen in bij Selma's familie op Limbrichterstraat 63, en mevrouw Schlesinger op nummer 64 bij de familie Lebenstein. Zoon Alexander Schlesinger (elf jaar ouder dan Alex) was voordien al gedeporteerd.
Selma en Alex zijn op 9 april 1943 samen met Selma's broer en de drie ongehuwde zussen naar Vught gedeporteerd, en via Westerbork moest Selma op 21 september op de trein naar Auschwitz. Allen zijn vermoord.
Dochter Hilde diende als kok in het Britse leger, en haar latere man Vic Spencer nam deel aan de invasie in Normandië. Kort na de bevrijding liftte Hilde met twee grote zakken voedsel naar haar achteroom Julius Wolff in Geleen. Ze trouwde in 1945 en overleed in 2004. Haar zoon Ralph woont tegenwoordig met zijn gezin in België.
Bron: Stichting Stolpersteine Sittard-Geleen
http://www.stolpersteinesittardgeleen.nl/default.aspx