Verhaal

Echtpaar Simons

Amélie (Ida) Rossenberg was geboren in 1881 in Verviers (België), in een gezin van vijf kinderen. Ze trouwde met Paul Morits Simons in 1903, en ging met hem in Neuss am Rhein wonen, waar de rest van de familie Simons ook woonde. Ze kregen twee zoons, in 1904 en 1907. Hun jongste zoon stierf in 1928. Hun oudste zoon wist de oorlog te overleven en overleed in 1980. De kinderen hadden een Franse gouvernante, waardoor ze vloeiend Frans spraken: één van de redenen dat de oudste zoon van Paul en Ida Simons later de oorlog in Frankrijk wist door te komen.
Paul Simons ging in het familiebedrijf Oelmuehle N Simons Söhne werken. De fabriek werd de op één na grootste margarinefabriek in Duitsland. In 1929 moest het bedrijf echter verkocht worden, als gevolg van de economische crisis. Paul en zijn oudste zoon begonnen een tweede bedrijf, dat goed liep tot halverwege de jaren '30. In 1936 vertrok hun oudste zoon naar Nederland: zijn ouders volgden hem twee jaar later. Het gezin ging in Hilversum wonen en verhuisde in 1942 verplicht naar Amsterdam. Al vrij kort daarna werden Paul en Ida Simons opgepakt en naar Westerbork gebracht, waar ze 9 maanden bleven alvorens ze naar Sobibor werden gedeporteerd.

Diverse papieren van deze familie zijn bewaard gebleven bij de Wiener Library in Londen: http://www.wienerlibrary.co.uk/Search-document-collection?item=2653

Alle rechten voorbehouden