Het gezinshoofd Hertz ontkwam tijdens de oorlog naar Frankrijk en schreef vandaar op 5 juni 1943 een brief aan de Administration Néerlandais te Lyon:
"Ik ben Nederlander, (...) te Amsterdam geboren, gehuwd, mijn vrouw en twee dochters zijn nog in Nederland. Mijn derde dochter, welke in een internaat in Holland was, hetwelk in September 1942 door duitschers overvallen werd, is weggevoerd en heb ik sedert dien tijd niets meer van haar vernomen. Door eene organisatie in Holland, welke mij verzekerd had, mij safe in 40/48 uren naar Zwitserland te geleiden (het was de bedoeling, dat eerst ik zou gaan en mijn vrouw en dochters zouden volgen) ben ik in plaats van naar dat land, naar het door de duitschers geoccupeerde gebied van Frankrijk gebracht en na zeer vele onaangename avonturen naar hier gekomen. (...)
Tot 1928 heb ik in Amsterdam gewoond en na dien tijd in den Haag, Andries Bickerweg 8, park Zorgvliet. In October 1942 werd deze villa door de duitschers in beslag genomen en woonde ik daarna Flatgebouw Carnegie, Anna Paulownastraat 117, den Haag en sedert April 1943 hier in Moutiers".
Nationaal Archief, archief NL-vertegenwoordiging te Vichy, inv. nr. 113
Van een of meer mensen in dit gezin hebben wij niet kunnen vaststellen of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben. Hun naam is niet teruggevonden op lijsten van overlevenden, maar wij hebben hen ook niet met zekerheid kunnen terugvinden in In Memoriam. Zij zijn in het monument als 'overlevend' aangeduid en hun naam is niet vermeld.