De Commissaris van Politie van Amersfoort verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Elisabeth de Groot-Nooitrust en haar drie dochters. Ze werden er van verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
//Algemeen Politieblad, nr 44, 5 november 1942, 1234, bericht 2620;
K. Ribbens, Zullen we nog terugkeren
. De jodenvervolging in Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog (Amersfoort 2002) 162-163 en 170-171//
Verhaal