De familie Heijman vestigde zich begin jaren dertig aan de Kemerweg in het buurtschap Elsen, gemeente Markelo. Zij hadden daar een textielwinkeltje met daarnaast een café. Het echtpaar had drie kinderen waarvan er twee op school zaten. De moeder van mevrouw Heijman woonde ook bij het gezin.
De heer Heijman was in bezit van paard en wagen en mocht tijdens de oorlog meehelpen met de aanleg van de nieuwe Herikerweg en Rijssenseweg. De volkshogeschool Diependaal was in die tijd bezet door de Duitsers. Een groepje jonge Duitse dames die daar voor 'erholung' verbleven, hebben de heer Heijman gevraagd of ze een stukje konden meerijden op zijn wagen. De heer Heijman heeft daar volgens de verhalen als volgt op gereageerd: 'Ik wil geen stront op mijn wagen'. De dames hebben het voorval waarschijnlijk gemeld aan de commandant en de heer Heijman is nog dezelfde dag opgepakt en weggevoerd.
Op vrijdag 9 april 1943 kregen twee buurtgenoten de opdracht om hun joodse buren Heijman per wagen naar het NS station in Goor te brengen. Van daaruit moest de familie met een uitgereikte reisvergunning vertrekken naar Vught. Blijkbaar hebben de buren nog overlegd met de toenmalige burgemeester over de mogelijkheden om de familie te laten onderduiken. De burgemeester stemde daar niet mee in.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 13191) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Verhaal