Volgens de overlevering probeerden Mozes Schellevis en zijn niet-Joodse echtgenote in 1941 naar Engeland te vluchten. Na een mislukte poging zijn ze verhoord in Den Haag in een apart kamertje van het Oranjehotel te Scheveningen. De echtgenote van Mozes Schellevis overleefde concentratiekamp Ravensbrück. Bijna 35 jaar na de oorlog maakte ze de aantekening dat ze zelf had ondervonden dat Joodse mannen heel lief zijn voor een vrouw.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 61393) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Verhaal