Een voormalig buurmeisje herinnert zich de deportatie van het gezin Lever. Zij was met haar ouders op bevel van de bezetter in december 1942 van de kust naar Amsterdam verhuisd, waar zij een huis aan de Karnstraat 10 kregen toegewezen. Naar zij later hoorde was kort tevoren uit dat huis een joods gezin weggehaald. De familie Lever durfde eerst niet met de nieuwe bewoners te praten. De buurvrouw op nummer 12 was namelijk NSB-ster, die actief collecteerde voor 'winterhulp', dat was voor Duitse soldaten en hun gezinnen. Daarbij loerde zij tegelijk bij je binnen.
Op een zekere nacht klonk hard gebons. Het bleek dat bij het gezin Lever de voordeur was ingetrapt. De vader Salomon, en zoon Maurits (Maus) werden opgepakt. Mevrouw Lever was het plantsoen ingevlucht. Ze lag verstopt onder de struiken. De buurvrouw heeft haar eten en drinken gebracht, erop lettend dat de NSB-ster het niet zag. Mevrouw Lever was helemaal in de war. Ze wilde naar haar man en zoon.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Verhaal