Koos de Vries wilde in de oorlog onderduiken, maar zijn vrouw niet. Het gezin kwam daardoor nauwelijks meer op straat en kreeg een tekort aan directe levensbehoeften. Maandenlang reisde een vriend van de familie iedere woensdagmorgen van Nieuw-Lekkerland naar Rotterdam en bracht het gezin de artikelen die het nodig had.
Nadat Koos en zijn gezin gearresteerd zijn, liet Koos nog een laatste boodschap uit zijn deportatietrein vallen: “ik word afgevoerd naar het onbekende land in een beestenwagen met een tonnetje voor de behoeften. Vaarwel”.
A. Korpel, ‘Het drama der Joden’, in: De Waard in oorlogstijd 1
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 55692) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 12447/20003).