Naphtali Sealtiel was een zoon van Isaac Sealtiel en Sara Loezen.
Hij was boterventer. Hij werkte circa veertien jaar bij de Mij. "de Veluwe", Zeeburgerdijk 47. Wegens ziekte was hij in 1920 enige maanden zonder verdiensten. Later werkte hij voor eigen rekening. Als bijartikel verkocht hij koffie en thee. In 1936 moest hij deze handel vanwege te geringe verkoop opgeven. Zijn vrouw Rebecca was in hetzelfde jaar ernstig zenuwpatiënte. Zijn dochter Sara moest in hetzelfde jaar gaan werken en werd uiteindelijk, na het afslaan van verschillende aanbiedingen, leerling diamantverstelster bij de firma Zeldenrust in de Tilanusstraat. Ze bleek niet heel geschikt voor dit werk en niet veel later was ze werkzaam op het mantelatelier van Fa. de Bruin op de Korte Amstelstraat. Tot 1942 werkte ze bij de firma Dijkman op de Zwanenburgwal als handwerkster.
Naphtali werkte na het opgeven van zijn handel in boter voor de werkverschaffing, tot in ieder geval 1940. Zijn zoon Simon ging in 1938 een cursus volgen aan de Ambachtschool op het Timorplein. In 1939 was hij leerling kleermaker bij Pek in de Roeterstraat. In 1942 begon dochter Branca als boodschappenmeisje bij Swelheim.
Stadsarchief Amsterdam, Archief van de gemeentelijke sociale dienst, inv. nr. 2898, dossier 28172 en inv. nr. 4318 dossier 82360
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 35879) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.