Verhaal

Gezin Hartog Braaf

Hartog Braaf was getrouwd met Betty de Vries. Hij was veehandelaar. Het echtpaar had twee kinderen die de oorlog hebben overleefd. Hartog Braaf woonde een tijd lang in Winschoten. In Hoogeveen woonde het gezin in de Bentincklaan 74. Eén van de kleinkinderen herinnert zich dat de hele familie Sederavond bij de grootouders op dat adres vierde.

In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de joden in Hoogeveen door de politie opgehaald. Het echtpaar Braaf-de Vries woonde toen in de Beatrix Stichting, een bejaardentehuis. Met de andere joden werden ze verzameld in het marktcafé Het Centrum. Vandaar gingen ze lopend naar het station en met de trein naar Westerbork. Na bijna een half jaar werden ze gedeporteerd naar Sobibor.
H. Hamburger en J.C. Regtien, Joodse oorlogsmonumenten in de provincie Drenthe. Profiel (Bedum 1999) 20-21

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 2348) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 5807/20869).