Julius Gesinus de Haas was getrouwd met Betje Cohen. Het echtpaar had vier kinderen. Het gezin woonde in wijk IV, nummer 487 in Vriezenveen. Julius Gesinus de Haas had daar een manufacturenzaak.
In september 1942 verzocht de burgemeester van Vriezenveen opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Julius Gesinus de Haas en van zijn echtgenote Betje Cohen. Zij hadden zonder de daartoe vereiste vergunning hun woonplaats verlaten. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Op weg naar hun onderduikadres zijn Julius Gesinus de Haas en zijn echtgenote op het station van Apeldoorn gepakt. De vier kinderen hebben de oorlog overleefd.
Algemeen Politieblad, nr 36, 10 september 1942, 1024, bericht 1855;
H. Hamburger en J.C. Regtien, Joodse oorlogsmonumenten in de provincie Overijssel, alsmede algemene oorlogsmonumenten waarop joodse namen voorkomen. Profiel (Bedum 2002) 61
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 16623) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 4586/8116).