Andries van Dam en Rachel Ketellapper (roepnaam Chelly) zijn na hun huwelijk vanuit Groningen naar Rotterdam getrokken. Ze lieten de handel in tweedehands spullen achter en hebben in Rotterdam een florerende antiekzaak opgezet. Het huwelijk bleef kinderloos. Het echtpaar leidde een zeer vroom joods leven. Beiden waren lid van de chewra kadiesja van de Joodse Gemeente Rotterdam. Eind jaren '30 namen zij twee Duits Joodse kinderen in huis. Bij het bombardement van mei 1940 bleven hun woning en zaak ongedeerd.
Nadat Andries' broer Meijer in Den Haag was opgepakt omdat hij de avondklok met enkele minuten had overschreden, is hij naar het politiebureau gegaan om voor zijn kinderrijke broer te pleiten. Hierop is ook hij opgepakt. Hij is zijn broer naar Kamp Amersfoort nagereisd en uiteindelijk ook in KZ Mauthausen omgebracht. Zijn achtergebleven vrouw Rachel van Dam-Ketellapper heeft zich uiteindelijk gemeld voor transport en is in Auschwitz omgebracht. De twee inwonende Duitse kinderen hebben de oorlog overleefd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 5225) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.