Verhaal

Gezin Maurits Minco

De burgemeester van Almelo verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Sophia Minco-Nathans en Estella Rosetta Minco. Zij hadden zonder de daartoe vereiste vergunning hun woonplaats verlaten. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 36, 10 september 1942, 1019, bericht 1799

Sophia Nathans was getrouwd met Maurits Minco. Het echtpaar had zes kinderen: de tweeling Simon Nathan en Salomon Elias, de tweeling Estella Rosetta en Nico en twee kinderen die de oorlog overleefden. Het gezin woonde in de Grotestraat 156 in Almelo, waar ze een textielzaak annex kleermakerij hadden.
Het gezin vond een onderduikplaats bij boer Evers in Hezingen, maar daar was geen plaats voor alle gezinsleden. Voor de twee oudste kinderen, die de oorlog zouden overleven, werd een andere onderduikplaats gevonden.
Op 6 oktober 1944 deed een groep Duitsers en Nederlanders een inval in de boerderij van Evers. Maurits, zijn vrouw Sophia, de dochter Estella Rosetta en de drie zonen Simon Nathan, Nico en Salomon Elias werden gepakt en overgebracht naar de marechausseekazerne aan de Almelosestraat in Ootmarsum. De volgende ochtend vroeg, op 7 oktober 1944, zijn Maurits en de drie zonen door een groep Duitsers van de Sicherheitsdienst uit de kazerne gehaald en even buiten Ootmarsum door het hoofd geschoten.
Het is niet duidelijk wat met Sophia en haar dochter Estella Rosetta is gebeurd. Ze zijn ergens in West-Europa om het leven gebracht.
B. Morshuis, De geschiedenis van de joden in Ootmarsum (zp 1996) 53-54

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 14821) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.

Alle rechten voorbehouden