Alexander Jozef Stibbe was een zoon van Phinie David Stibbe en Rebekka Ali Cohen. Hij trouwde in 1909 te Keulen met Martha Löwenstein. In 1910 werd een kind geboren, dat de oorlog overleefde.
Alexander Jozef Stibbe was commissionair in koloniale- en grutterswaren en bakkersartikelen voor diverse binnen- en buitenlandse fabrieken en handelshuizen. Dit bedrijf had hij samen met zijn vader in 1900 opgericht onder de naam 'P.D. Stibbe'. Na de dood van zijn vader in 1910 zette Alexander Jozef Stibbe de zaak nog een tijd in zijn eentje voort, maar wegens gezondheidsproblemen moest hij er in 1928 mee stoppen. Hij verkocht de zaak aan een medewerker. Enkel het agentschap in assuranties zette hij zelf voort.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Alexander Jozef Stibbe was getrouwd met Martha Löwenstein. Het echtpaar woonde op de hoek van Stationsweg en Zuideinde in Meppel. Vanwege de zwakke gezondheid van Alexander mocht het echtpaar voorlopig in Meppel blijven wonen. In september 1943 moesten ze naar Westerbork. Zij hebben toen samen een einde gemaakt aan hun leven. 'Maar niet na eerst keurig het geld voor slager, bakker etc. op het aanrecht te hebben gelegd, met een briefje erbij'. Zij zijn in het geheim begraven op de algemene begraafplaats in Meppel, waar hun gemeenschappelijke grafsteen staat.
Stichting Historie in Perspectief, De joodse gemeenschap van Meppel en
wat overbleef (Meppel 2002), 20
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 8193) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van:
- geroofde effecten of waardepapieren (W-claim, nummer C35-93-122 Asp19-Os1819 A2 R708/2047)
- waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 11521/19322)