Aaltje de Jong (roepnaam Alida) was een dochter van Levie de Jong, diamantslijper, en Sara Serlui. Na de lagere school volgde zij een opleiding tot kostuumnaaister. Naar aanleiding van een arbeidsconflict op haar atelier meldde zij zich aan als lid van de Bond in de Kleedingindustrie. Zij trad toe tot het hoofdbestuur van Bond en werd het eerste vrouwelijke bezoldigde bestuurslid van de Nederlandse vakbeweging. In 1931 werd zij beëdigd als Tweede Kamerlid voor de SDAP.
In 1940 werd Alida de Jong als jodin ontslagen van haar taken in de vakbeweging en tevens werd zij uit de Amsterdamse gemeenteraad gezet. Uit solidariteit met 'haar naaisters' weigerde zij naar Engeland te vluchten of onder te duiken. Op 20 juni 1943 is Alida bij een grote razzia opgepakt. Via Westerbork is zij naar Sobibor op transport gesteld.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Zie voor aanvullende informatie haar biografie op de website Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland en op de website Parlement & Politiek.