Wiegman schrijft:
'Op 7 september 1944 werd een inval de gedaan in een woning aan de Spinnersweg te Hengelo. Door verraad was de SD op het spoor gekomen van Joodse onderduikers in het perceel.
De Duitsers arresteerden daar Jeanette Meyers-Spier uit Hengelo, Herman van Coevorden uit Rotterdam en Eduard Denneboom uit Enschede. Zij werden overgebracht naar het vliegveld Twente en kort daarna werden ze aldaar gefusilleerd en begraven.
Een week later, op 15 september, werden bij een huiszoeking bij de familie Groot-Bramel aan de Rietmolenweg 35 in Enschede door de SD twee Joodse vrouwen gevonden. Het waren Hedwig Wolff-Maschke en Rika van Zuiden-ten Brink, beiden uit Enschede. Ook zij werden overgebracht naar het vliegveld Twente en daar kort na hun arrestatie gefusilleerd en begraven.
Bij de overval in Rietmolen werden de man en de zoon van Rika van Zuiden, Simon en Israel van Zuiden tijdens hun vluchtpoging neergeschoten.'
Bron: T. Wiegman, Enschede 1940 – 1945 (Enschede 1985) 279-280
Aanvulling Redactie Joods Monument - onderduikadres Rika van Zuiden
In het citaat hierboven werd oorspronkelijk het buurtschap Rietmolen vermeld als plaats van onderduik. Dit was onjuist en moet de Rietmolenweg (nr 35) in Enschede zijn. Daar woonde de familie van Bramel.
De oorspronkelijke woning op dat adres is al geruime tijd geleden afgebroken. Het huisnummer is behouden gebleven en maakt nu deel uit van een complex met winkels.