Rosa Andriesse was de dochter van Barend Andriesse en Mirjam Colaço Ozorio. Rosa trouwde in 1904 met Isidore Elias, die voor de oorlog overleed. Voordat Rosa en Isidore zich in Breda vestigden, woonden zij in Tilburg. Rosa leefde niet orthodox joods.
Rosa wordt herinnerd als een "bijzondere en artistieke persoonlijkheid". De portretschilder Simon Maris schilderde haar in 1902 als een mooie vrouw met rood haar. Rosa hield van kunst en antiek, en sprak Engels, Frans, Duits en Italiaans. Rosa had carrière kunnen maken als professioneel pianiste. Daar zag ze vanaf omdat dit niet gebruikelijk was in de kringen waarin ze verkeerde.
Tijdens de bezetting werden haar huis en bezittingen in beslag genomen. Ze woonde daarom korte tijd bij haar kind. Ze wilde echter niet tot last zijn en verhuisde naar een huis voor ouderen van dagen. Ze besloot niet onder te duiken en nam een overdosis medicijnen waaraan ze overleed. Rosa wilde haar (klein)kinderen niet tot hinder zijn als zij wilden onderduiken of vluchten.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie