In het archief van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung ligt een brief d.d. 12 oktober 1942 met bijlage van de Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft aan Hauptsturmführer Aus der Fünten inzake het personeel van Asschers Diamant Mij in Amsterdam. In de bijlage staan de namen van 21 joden die volgens het bedrijf onontbeerlijk zijn voor de voortzetting van de diamantslijperij. Van deze 21 personen werkten er 9 op het kantoor en 12 in de fabriek.
Op de lijst heeft de Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft aangegeven welke12 van de 21 genoemde personen in aanmerking komen voor een Sperre. In de brief wordt vermeld dat alle 21 personen in een of andere familierelatie tot directeur Asscher staan.
Op de lijst van voor een Sperre in aanmerking komende personen staat de naam van Jacob Hamburger, werkzaam in de slijperij van het bedrijf.
Archief Höhere SS- und Polizeiführer NIOD 77-1429
Van dit huishouden is ook een JOKOS-dossier (nummer 3678) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 4701/8767).