Barend Spier zat in 1941 in de klas bij de broer van een meisje dat verderop in dezelfde straat op school zat. Barend en het meisje werden verliefd. Samen liepen zij iedere dag naar Scheveningen, waar de school was, en terug. Ze droomden ervan na de oorlog naar Palestina te emigreren en daar een gezin te stichten.
In juli 1942 is het meisje met haar familie ondergedoken. De twee geliefden spraken af dagboeken bij te houden van hun ervaringen. Na zes weken ontving het meisje het eerste dagboek van Barend. Pogingen om haar dagboek naar hem te laten bezorgen mislukten.
Barend had een baantje bij de Joodse Raad. Zijn familie is pas later ondergedoken. Na een tijdje was er helemaal geen contact meer mogelijk. In 1945 werd duidelijk dat de familie Spier de oorlog niet had overleefd. De voormalige onderduikouders van Barend hebben toen nog een tweede dagboek aan het meisje gegeven.
De dagboeken zullen in 2010 worden uitgegeven. Tevens is een documentaire in de maak.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Met ingang van 1 september 1941 mochten joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor joodse leerlingen waren bestemd. In alle delen van het land werden scholen voor joodse leerlingen opgericht. In Den Haag werd op 15 oktober 1941 het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. De school bleef bestaan tot 15 april 1943.
Barend Spier zat in het cursusjaar 1941-1942 in de derde klas van de afdeling Handelsdagschool van het Joods Lyceum in Den Haag.
Wally de Lang, Slotakkoord der kinderjaren. Herinneringen aan het Joodsch Lyceum Fisherstraat Den Haag 1941-1943 (Den Haag 2003) 17-18, 240
Barend Spier zat in september 1941 in klas 3 van de Handelsdagschool te Den Haag.
Lijsten van joodse leerlingen op scholen in Den Haag. Dit archief bevindt zich in het Gemeentearchief Den Haag.