Sara Frijda was een dochter van Hertog Levi Frijda en Esther Rosenbach. Zij trouwde op 23 December 1904 in Wijk bij Duurstede met de uit Rotterdam afkomstige Benjamin van Geldere , (overleden te Haarlem op 27 December 1933), een zoon van Salomon van Geldere en Sophia Polak. Het echtpaar had een zoon die in 1926 op 17-jarige leeftijd in Haarlem is overleden en een zoon Harry Salomon die in Mauthausen is vermoord.
Sara Frijda kwam uit een gezin met zes kinderen, waarvan 3 kinderen op jonge leeftijd al zijn overleden. Eén zuster overleed in Waalwijk in 1927 en haar andere zuster (ongehuwd), overleed in Haarlem in 1930.
Na de dood van haar man woonde Sara bij haar half-neef Benjamin Frijda in de Meester Cornelisstraat 60 zwart in Haarlem. Van daar werd zij op 20 April 1943 afgevoerd naar Westerbork, waar zij in barak 57 haar deportatie moest afwachten. Die volgde op 27 April naar Sobibor, waar Sara van Geldere-Frijda bij aankomst aldaar op 30 April 1943 onmiddellijk in de gaskamers werd vermoord.
Het Utrechts Archief, index huwelijken, Stadsarchief Rotterdam, index geboorten en website www.wiewaswie.nl; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Sara van Geldere-Frijda en een een toevoeging van een bezoeker van de website