Sallie Pinkhof was een zoon van de arts Herman Pinkhof en Adele de Beer, pianolerares. Hij was een van acht kinderen uit een artistiek, intellectueel en zeer bewust Joods gezin.
Sallie was werkzaam als diamantair en journalist. Hij was onder andere redacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad. Bovendien was hij een zeer verdienstelijk dichter. Gedichten, door hem geschreven in Bergen-Belsen, zijn in 1946 uitgegeven bij de Bezige Bij te Amsterdam, in de bundel Bergen-Belsen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Sallie Pinkhof maakte wijsgerige studie van het jodendom en publiceerde enige brochures waarin actuele joodse vraagstukken worden beschreven. Hij publiceerde twee bundels verzen: Verza (1920) en De Wachtwoorden (1930). Tevens stond hij bekend als vertaler en bewerker van joodse poëzie.
J. van Adrichem (et al.), Rebel, mijn hart : kunstenaars 1940-1945 (Zwolle 1995) 70
Sallie Pinkhof huwde Sophie de Beer in 1919 in Amsterdam. Zij stierf in 1925. Ze kregen drie kinderen, onder wie Juda. De twee andere kinderen overleefden de oorlog. Sallie Pinkhof hertrouwde in 1926. Hij kreeg met zijn tweede echtgenote de hier vermelde kinderen.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Sallie Pinkhof
Als werknemer bij Asscher’s Diamant Maatschappij kreeg Sallie Pinkhof op 16 november 1941 een Sperre die hen voorlopig uitstel van deportatie gaf.
Archief Höhere SS- und Polizeiführer NIOD 77-1429
Over het gezin van Sallie Pinkhof wordt geschreven in: C. Asscher-Pinkhof, De danseres zonder benen (verschillende uitgaven 1966-2001).