Erich Rosendahl, geboren in Odenkirchen (D), was een zoon van Max Rosendahl en Julie Stern, de tweede echtgenote van zijn vader Max. Hij kwam met zijn ouders en zuster Hilde naar Nederland en zij werden per 14 November 1938 ingeschreven in het Amsterdamse Bevolkingsregister op het adres Onbekendegracht 9 II.
Op 6 Juli 1939 overleed Erich's moeder Julie Stern in Amsterdam en is op 9 Juli begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Zijn vader Max, hij zelf, zijn zuster Hilde met haar man Iwan Illfelder verhuisden op 29 Juli 1939 naar de Zwanenburgwal 34 I. Erich, het kind uit het tweede huwelijk van zijn vader werd in Februari 1940 geplaatst in het zogenaamde Lloyds Hotel aan de Oostelijke Handelskade 12 in Amsterdam, een opvangcentrum voor Duitse vluchtelingenkinderen, maar werd in Juli 1940 al overgeplaatst naar het vluchtelingenkamp Westerbork.
Erich's vader overleefde de Sjoa: hij keerde na de oorlog uit Theresienstadt terug in Amsterdam. Zijn zus Hilde zijn zwager Iwan Illfelder werden in Auschwitz vermoord en hij zelf kwam uiteindelijk om het leven in het Extern Kommando Ebensee op 20 Februari 1945 (behorend tot KZ Mauthausen), nadat hij op 4 September 1944 vanuit Westerbork naar Theresienstadt was gestuurd en vandaar op 29 September 1944 naar Auschwitz en vandaar nog in hetzelfde jaar naar het concentratiekamp Mauthausen. Hij was was ongehuwd.
Stadsarchief Amsterdam archiefkaarten Erich Rosendahl en Max Rosendahl en websites www.dokin.nl, akevoth/mokum/burialpermits en de website van het Gedenkbuch der Opfer der Verfolgung der Juden unter der nationalsozialistischen Gewaltherrschaft in Deutschland 1933-1945.