Biografie

Over Manfred Ralf Litten

Manfred Ralf Litten was getrouwd met Jansje Serlui. Het echtpaar had een kind dat de oorlog heeft overleefd.
Manfred Ralf Litten heeft met zijn ouders zijn geboortestad Posen verlaten. Zij vestigden zich in Berlijn, waar Manfred Ralf Litten als leraar werkte in een kindertehuis. Hier leerde hij zijn toekomstige vrouw, Jansje Serlui, kennen. Na hun huwelijk kregen ze de leiding over het hachsjara huis in Steckelsdorff. Hierna vertrokken zij naar Danzig, waar Manfred Ralf Litten leraar werd aan een jesjiva. Vanwege de slechter wordende situatie vertrokken zij naar Nederland.
In januari 1939 kreeg het echtpaar de leiding van de in 1937 voor Palestina-Pioniers opgerichte Joodse Jeugdfarm die gevestigd was in de Catharinahoeve in Gouda, een villa met ruim twee hectare grond. Tot de opheffing van de Joodse Jeugdfarm op 23 april 1943 hadden Manfred Ralf Litten en Jansje Serlui de leiding.
Manfred Ralf Litten gaf lessen op de Joodse Jeugdfarm en hij organiseerde sjoeldiensten. Zijn vrouw had als roepnaam Sjosjana. Zij was pedagoge en speelde piano. Ze zat in het verzet, waarbij zij samenwerkte met Joachim Simon. Samen zorgden zij voor vervalste papieren waarmee de bewoners van de Catharinahoeve konden onderduiken.
De drie gezinsleden van het echtpaar doken onder, ieder op een ander adres. De ouders zijn in de onderduik gepakt en gedeporteerd, de echtgenote bij een controle op het station in Utrecht.
In 1947 hebben overlevende Palestina-Pioniers op één van de hellingen van de berg Efraïm in Galilea in het toenmalige Palestina het Westerweel-Woud aangeplant, waar een monument staat met namen van tijdens de oorlog omgekomen Palestina-Pioniers. Hierbij staat de naam van Sjosjana Litten.
F. van der Straaten, Om nooit te vergeten. Herinneringen en belevenissen aan/van Palestina-Pioniers gedurende de oorlogsjaren 1939-1945 (Mijnsheerenland s.a.) 149, 152, 154, 158, 167, 214