Samuel Binger was een zoon van Gerard Binger en Abigaël de Jong. Hij huwde op 2 December 1920 in Amsterdam Keetje Engelsman, een dochter van Barend Engelsman en Esther Victors.
In 1923 vertrokken Samuel, met zijn vrouw en dochtertje naar Antwerpen. In Augustus 1929 keerde zijn vrouw Keetje Engelsman met haar dochter terug naar Amsterdam; zij woonden op diverse adressen en verhuisden op 24 Februari 1938 naar de Lekstraat 146 III (bij Totowitz) in Amsterdam.
Samuel verbleef nog in Deurne (Belgie), kwam in 1938 terug naar Amsterdam en woonde daar - afzonderlijk van zijn vrouw en dochter - per 18 Mei 1938 in de Eerste Oosterparkstraat 173 III.
Na nog op verschillende andere adressen te hebben gewoond was Samuel's laatste adres per Maart 1941 Blasiusstraat 140 I, bij zijn zuster Annetta van der Velde Binger.
Samuel zelf had nog drie broers en drie zusters: Salomon, Abraham, Marcus, Anna, Annetta en Cato. Ook zij zijn tijdens de Sjoa om het leven gebracht.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Gerard Binger, Samuel Binger, Keetje Engelsman en de Joodse Raad kaart van Samuel Binger.