Samuel van Bever was een zoon van Samson van Bever en Sientje Smeer. Hij trouwde op 21 Juli 1937 Amsterdam met Martje Worms, een dochter van Salomon Worms en Mietje Furth. Het echtpaar kreeg twee kinderen; hun dochter die in 1938 werd geboren heeft de Holocaust overleefd maar hun zoontje Louis Salomon, geboren in Januari 1940, overleed tien maanden later in October 1940.
Samuel van Bever werd op 22 Februari 1941 tijdens de eerste razzia van Amsterdam opgepakt. Bij deze razzia, de eerste in Nederland, werden 427 Joodse mannen tussen de 20 en 35 jaar gearresteerd en samengebracht op het Jonas Daniël Meijerplein. De opgepakte Joden, waaronder Samuel van Bever, werden bij Alkmaar naar Kamp Schoorl gebracht en van daaruit naar het concentratiekamp Mauthausen gedeporteerd. De omstandigheden in Mauthausen waren erbarmelijk en na enige tijd werden er overlijdensberichten naar Amsterdam verstuurd. Van de 427 arrestanten overleefden slechts twee mannen de oorlog.
Samuel van Bever kwam op 19 Augustus 1941 in Mauthausen om het leven en zijn vrouw Martje Worms werd op 11 December 1942 in Auschwitz vermoord.
Samuel kwam zelf uit een gezin met tien kinderen. Drie kinderen overleden ver voor de oorlog op jonge leeftijd. Eén dochter overleed in Amsterdam tijdens de oorlog. Maar hij zelf, zijn broers Aron, Simon en Salomon en zijn zusters Sara en Heintje zijn in de Sjoa vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Samson van Bever, Samuel van Bever en Martje Worms en een toevoeging van een bezoeker van de website.