Margarete Dieckhoff had in Duitsland een naaiatelier waar vooral voor gegoede dames werd genaaid. In 1939 vluchtte zij naar Nederland. Op 13 juni 1939 werd zij in Den Haag als vluchtelinge geregistreerd. Op 24 februari 1942 werd zij in Gouda ingeschreven als bewoner van de Van Swietenstraat 3. Margarete Dieckhoff werkte in Gouda als hulp in de huishouding. De familie waarvoor ze werkte had papieren om naar Zwitserland te vluchten, Margarete mocht mee, maar durfde dit waarschijnlijk niet.
Na het vertrek van haar eerste werkgever, werkte Margarete als huishoudster bij het gezin waar zij onder een valse naam ondergedoken was. Van een bevriende arts heeft zij een persoonsbewijs op de naam van Maria Landsheer gekregen.
Op 12 juli 1943 is Margarete Dickhoff op haar onderduikadres gearresteerd. Per auto werd ze naar het kantoor van de SD vervoerd. Na enige tijd werd ze overgeplaatst naar het politiebureau aan de Markt en ging daar vandaan op transport naar Westerbork.
Toevoeging van een bezoeker van de website
De Commissaris van Politie van Gouda verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Margarete Dieckhoff. Zij was woonachtig in Gouda. Ze werd er van verdacht op 20 oktober 1942 van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 45, 12 november 1942, 1268, bericht 2727