Jacob Hartz was een zoon van Isaac Hartz en Esther Nunes Vaz, die beiden de oorlog hebben overleefd. De ouders huwden in 1921 en gingen in 1931 weer uit elkaar. Het echtpaar kreeg vijf kinderen waarvan er drie tijdens de oorlog niet meer bij de ouders woonachtig waren. Beide ouders huwde in de jaren '30 een niet joodse partner. Eén kind overleefde de oorlog.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Isaac Hartz en Esther Nunes Vaz.
Met ingang van 1 september 1941 mochten joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor joodse leerlingen waren bestemd. In alle delen van het land werden scholen voor joodse leerlingen opgericht. In Den Haag werd op 15 oktober 1941 het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. De school bleef bestaan tot 15 april 1943.
Jacob Härtz zat in het cursusjaar 1941-1942 in de vijfde klas van de afdeling HBS van het Joods Lyceum in Den Haag. Zijn roepnaam was Jaap. Hij legde in 1942 het eindexamen HBS-B af.
Wally de Lang, Slotakkoord der kinderjaren. Herinneringen aan het Joodsch Lyceum Fisherstraat Den Haag 1941-1943 (Den Haag 2003) 17-18, 238