Mauritz Lodewijk Muller (roepnaam Mau) studeerde geneeskunde in Utrecht, waar hij op 19 november 1909 zijn artsexamen aflegde. Hij specialiseerde zich in verloskunde en vrouwenziekten. Op 3 juli 1923 promoveerde hij in Utrecht op een proefschrift over 'Bekkenmeting en hare klinische beteekenis'.
Hij woonde en praktiseerde korte tijd in Zeist en daarna tot 1 april 1940 op de Maliebaan 74 en daarna in de Jan van Scorelstraat 54 in Utrecht, eerst als huisarts en later als specialist. Hij was getrouwd en het echtpaar had vier kinderen.
Mauritz Lodewijk Muller was een markant arts en een prominent lid van enkele beroepsverenigingen, onder meer van de Nederlandsche Gynaecologische Vereeniging. Hij heeft tal van wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Sinds 1940 was hij rustend geneesheer.
Tijdens de Duitse bezetting kwam hij samen met enkele familieleden, onder wie zijn dochter Gesina Leonie Leerink-Muller,terecht bij de Barneveldgroep. Na een hartaanval stierf hij op 13 september 1943 in de Schaffelaar in Barneveld. Op de dag van zijn overlijden zijn een telegram en een brief verstuurd, waarin het overlijden van de gynaecoloog Mauritz Lodewijk Muller wordt medegedeeld. Deze documenten zijn beiden bewaard gebleven. Mauritz Muller ligt begraven op de Joodse begraafplaats in Barneveld.
Na zijn dood verscheen een autobiografie 'Aan de poort van het leven. Herinneringen van een vrouwenarts'. Ook hield hij tijdens zijn leven een dagboek bij. Enkele fragmenten van het dagboek zijn op het internet gepubliceerd.
Joods Museum, D006883, D006884 en D006909
J.H. Coppenhagen, Anafiem Gedoe‘iem. Overleden joodse artsen uit Nederland 1940-1945 (Rotterdam 2000) 121.
Mauritz Lodewijk Muller was van 1927-1940 als vrouwenarts verbonden aan het Diakonessenhuis in Utrecht. Zijn gedachtenis wordt door dat ziekenhuis in ere gehouden: sinds 1977 draagt een paviljoen zijn naam (dr. Mullerpaviljoen). Hij was bevriend met de geneesheer-directeur van het Diakonessenhuis. Vanuit Barneveld schreef hij hem dat hij in de ziekenbarak had gelegen omdat zijn hart 'een beetje in de war was'.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 14804) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van:
- geroofde effecten of waardepapieren (W-claim, nummer C 113-128 / 1534)
- waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 8685 / 14725)