Abraham Blitz was een zoon van David Blitz en Rachel de Jong. Zijn vader was in 1862 geboren en op 28 Maart 1940 in Amsterdam overleden. Zijn moeder, Rachel de Jong was in 1864 geboren en zij stierf al op 16 Mei 1929.
Abraham kwam uit een gezin met tien kinderen. Drie daarvan stierven op hele jonge leeftijd, Zijn andere broers en zussen, t.w.. Grietje (23-12-887), Marcus (2-6-1891), Sara (21-1-1896), Salomon (8-1-1897) en Mauritz (26-3-1898) werden met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord, net als hijzelf. Alleen zijn zuster Rebecca overleefde de Holocaust maar niet haar man en kind, ook zij werden vermoord.
Abraham Blitz was ongehuwd. Hij was diamantzager van beroep en woonde lange tijd in de Tolstraat 66 III in Amsterdam. Op 18 Februari 1939 verhuisde hij naar de Boterdiepstraat 23 I en al op 19 Juli van dat jaar trok hij in bij "Korper" in de Carillonstraat 15 hs, gelegen in de diamantbuurt in Amsterdam-Zuid.
Op 4 Augustus 1942 werd Abraham Blitz in Westerbork geregistreerd en drie dagen later, op 7 Augustus gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij bij aankomst niet onmiddellijk om het leven werd gebracht; op zijn registratiekaart van de Joodse Raad is een aantekening gemaakt, na ontvangst van het bericht op lijst 643, blz. 20, dat Abraham Blitz in Auschwitz is "overleden" op 17/18 Augustus 1942.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten Abraham Blitz en David Blitz, gezinskaart David Blitz; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Abraham Blitz.