Hester Soesman, geboren in Zwartewaal, was een dochter van Wolf Soesman en Judik Sterner. Zij was ongehuwd en werkte o.m. in Alkmaar en Gouda als hulp in de huishouding. In 1910 werd zij ingeschreven in het Bevolkingsregister van Rotterdam en was werkzaam als winkeljuffrouw. Op 24 December 1923 vertrok zij uit Rotterdam naar haar moeder in Zwartewaal om in September 1924 weer terug te keren naar Rotterdam. Vanaf 3 Augustus 1933 was zij ingeschreven op het adres Walenburgerweg 76a.
Hester Soesman had nog zes andere broers en zusters. Een zusje Elisabeth stierf in 1891, nog géén 2 maanden oud. Haar broer Jacob overleed in 1922 op 46-jarige leeftijd en liet een vrouw (Betje de Haas) en zoon (Isaac Soesman) achter die beiden tijdens de Sjoa zijn vermoord. Haar andere broer en zusters, t.w. Asser, Schoontje Reintje en Sara zijn ook tijdens de Holocaust met hun gezinnen vermoord. Haar vader, overleed al in 1891, slechts 44 jaar en haar moeder in 1932, 85 jaar oud.
Hester Soesman werd op 12 October 1942 vanuit Kamp Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 15 October 1942 direct werd vermoord.
Website www.wiewaswie.nl, N.A.Brielle, geboorteakte 26 van Hester Soesman; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Hester Soesman; Bevolkingsregister Alkmaar-Dienstboden, Hester Soesman en het archief van de Joodse Raad, kaart van Hester Soesman.