Als nabestaande van één van de omgekomen oud leden van Unitas in de 2e wereldoorlog is mij gevraagd om betreffende mijn vader iets te zeggen bij deze onthulling. Mijn vader is geboren in 1904 als enig kind van Barend Cohen en Elisabeth Polak, een seculier joods gezin.
Joop Cohen is in zijn pubertijd over gegaan tot het Christendom. Is later predikant geworden, theologie studie in Utrecht.
Hij is overtuigd lid geweest van idealistische jeugdbewegingen, waarvan de belangrijkste was de Praktische Idealisten Associatie (PIA). Antimilitarisme was een belangrijk thema.
Zijn echtgenote kwam uit dezelfde jeugdbewegingen voort.
Zij beleefden samen hetzelfde idealisme.
De radicale instelling en overtuiging waarin christendom en oorlog niet samen gaan heeft mede geleid tot zijn ondergang.
Hij heeft zich van af de kansel uitgesproken tegen de Duitse bezetting met de nazie ideologie en de mensen aangezet tot verzet hiertegen.
Naar aanleiding van zijn preken is hij door de Duitsers opgepakt, juli 1941, voor de tijd dat joden sterren moesten dragen.
Hij is verraden door een NSB’er, die verborgen in de kerk hem afluisterde.
Hij is gevangen gezet, eerst in de gevangenis in Leeuwarden, daarna in het concentratiekamp Dachau bij München in Duitsland.
Daar is hij volgens de officiële lezing omgekomen door ziekte in mei 1942.
Veel later in de negentiger jaren is gebleken dat hij op transport is gesteld naar Schloss Hartheim, een onbekend vernietigingsoord gelegen tussen de concentratiekampen Dachau en Mauthausen. Direct na aankomst is hij vermoord, waarschijnlijk door vergassing.
In gevangenschap heeft zijn idealistische instelling stand gehouden. Mijn moeder heeft nooit haatgevoelens in het algemeen gehad tegen Duitsers.
Wij zijn daar dus niet mee opgevoed.
Van zijn tijd bij Unitas is bekend dat hij actief is geweest bij het blad van Unitas, Vivos Voco en bij de almanak redactie. Het speurwerk is gedaan door Pim Walenkamp. Daarbij heeft hij ook ontdekt dat er een zeer literair stuk bestaat van zijn hand dat een beschrijving bevat over Parijs.
In Dokkum is in de Grote Kerk aldaar een permanente gedenkplaats ingericht voor de herinnering aan dominee Joop Cohen.
Op het moment van mijn keuze voor het lidmaatschap van Unitas was mij niet bekend dat mijn vader ook lid was geweest. Een vrouwelijk lid van mijn jaarclub melde mij dat haar ouders hem tijdens hun gezamenlijke tijd bij Unitas gekend hebben. Mijn oudste broer is trouwens ook lid geweest.
Ik ben nog de enige direct overlevende. Mijn 2 broers zijn inmiddels overleden.
Wij prijzen ons gelukkig dat de 2 kleinkinderen, Saskia Cohen en Joop (J.O.) Cohen en één achterkleindochter deze middag met ons meebeleven alsook enkele andere verwanten.
Een verheugend feit is dat meer dan 70 jaar na dato er belangstelling is voor de geschiedenis van de tweede wereldoorlog ook bij jongeren.
Met betrekking tot Joop Cohen hebben er in het laatste jaar 3 herdenkingen plaats gevonden.
- Een jaar geleden werd op 4 mei gepresenteerd een fijnzinnig boekje “ Een vijver vol stenen “ van de hand van Lija Hirsch, in het Joods Cultureel Centrum in Amsterdam met ook een stukje over Joop Cohen bestemd voor jongeren.
- Op de Dachau herdenking op 22 maart is een stuk gepresenteerd door Anne-Lise Bobeldijk, historica, in het kader van een bijdrage voor het boek “Geen nummers maar namen”. Bedoeld om de slachtoffers van kamp Dachau uit de vergetelheid te halen.
- En nu een herdenking bij Unitas.
Ik eindig met de opmerking: Opdat wij niet vergeten.
Orpheus Cohen
Op verzoek geplaatst door de redactie