Hermine Fischer was een dochter van Alouis Fischer en Anna Gans. Zij was gehuwd met de Rotterdamse Joseph Mozes Son, een zoon van Mozes Joseph Son en Henrietta Bosman. Het echtpaar kreeg drie kinderen, Maurice Joost, Alouis Herman en Henriette Anne Clara, die de oorlog heeft overleefd.
Joseph Mozes Son overleed in Rotterdam op 15 Maart 1927 en zijn weduwe Hermine Fischer, na nog verschillende verhuizingen, woonde vanaf 27 Juni 1936 op de Nieuwe Binnenweg 324c in Rotterdam, wat haar officiële woonadres bleef tot aan haar overlijden.
Ook Hermine Fischer werd slachtoffer van het bombardement op Rotterdam van 14 Mei 1940 maar zij werd pas op 22 Mei 1940 dood aangetroffen op het adres van haar zoon Maurice Joost Son op de Meent 85 (waarschijnlijk onder het puin). Op dit adres kwamen behalve haar zoon, ook haar kleindochter Anita Jos en een dienstmeisje om het leven.
De familieleden Son zijn dezelfde dag (22 Mei) begraven in vak GG (gemeenschappelijk graf) op Crooswijk. Het dienstmeisje is vermeld in het register van Crooswijk en er is een rouwadvertentie opgemaakt maar onderzoek heeft tot nu toe nog niet haar overlijdensakte opgeleverd.
Haar schoondochter Edith Hirsch en kleinzoon Joost Maurice Jos hebben het bombardement overleefd. Zij zijn geëvacueerd naar Amsterdam waar zij onderdak vonden bij oom Leo Gottschalk en zijn vrouw op de Amstelkade 167. Eind December 1940 konden zij uitwijken naar Argentinië en hebben de oorlog overleefd.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Joseph Mozes Son en Maurice Joost Son en informatie uit het Rotterdamse onderzoek van de Stichting Voorouder.