In 'Onze Revue', het clubblad van Wilhelmina Vooruit, van 27 augustus 1941 werd vermeld dat de ouders van 'onze midvoor' Herman van Zuiden een brief van hem hadden ontvangen. Hij liet, mede namens Sal Zwaaf, iedereen in de club groeten en hoopte dat hij gauw in staat zou zijn weer mee te spelen. De brief was afkomstig uit het concentratiekamp Mauthausen. Negen dagen later overleed Van Zuiden in Mauthausen. Van Zuiden, de eerste van de in totaal 62 Joodse slachtoffers van Wilhelmina Vooruit, was opgepakt bij de razzia's in Amsterdam op 22 en 23 februari 1941. In totaal werden toen 389 jonge Joodse mannen opgepakt als vergelding voor de dood van WA-man Hendrik Koot en de onlusten bij ijssalon Koco in de Van Woustraat waarbij ook Joodse knokploegen betrokken waren.
Swijtink, A (2010) Een sportman doet niet aan politiek - blz. 181; Amsterdam: Uitgeverij Meulenhoff