Jacob zat van 20 augustus 1888 tot 7 juli 1897op de Groningse dovenschool. Volgens de gegevens van de school was hij doof geboren. Hij leerde schoenmaken, maar werd reizend koopman, evenals zijn vader.
Jacob had een dove broer, Lazarus Cohen.
Jacob trouwde in oktober 1916 met Vrouwtje Grootkerk (1872-?), doof en oud-leerlinge van de Rotterdamse dovenschool. Zijn vrouw was geen oorlogsslachtoffer.
Jacob wordt genoemd als commissaris van de feestcommissie voor het 50-jarig bestaan van de Amsterdamse dovenvereniging Guyot.