Salomon was de jongste zoon van de acht kinderen van Abraham Meijer en Bethje Spier uit Borculo. Zijn oudste broer was dansleraar en oprichter van het dansinstituut Meijer te Rotterdam. Twee andere broers zaten in de vlees import-export business van vader Abraham. Een andere broer bedreef een juweliers winkel in Zutphen. De drie dochters waren allen getrouwd en hadden hun eigen families. Van de acht kinderen Meijer hebben vijf met hun gezinnen het leven verloren in 1942 en 1943. Ook in de gezinnen van een overlevende broer en zuster zijn gaten geslagen. Alleen een broer (Jozef) kwam met zijn hele gezin terug uit de onderduik.
Salomon en zijn vrouw Saartje Philips hadden een dochter, Eva. Ze dreven eerst een delicatessen zaak in Enschede en zijn later (wanneer niet bekend) naar Den Haag verhuisd waar ze kamers verhuurden in een pand van drie etages op de van Alkemadelaan 43.
Uit de JOKOS lijst is op te maken dat al deze kamers uitgebreid gemeubileerd waren.
Uit een advertentie uit het Joodsche Weekblad d.d. 26.12.1941 is op te maken dat op die tijd het pension van Salomon Meijer nog volop draaide, want er werd een hulp in de huishouding gezocht.
Het is hoogstwaarschijnlijk dat de familie Meijer samen is opgepakt en naar Auschwitz is doorgestuurd. Saartje en Eva zijn bij aankomst vergast (moeder en dochter hebben dezelfde datum, 14.9.1942), maar dat Salomon te werk is gesteld. Hij heeft een overlijdensdatum van 31 maart 1943 in Centraal Europa.