Aaltje Nathans was de oudste dochter van Simon Nathans en Betje de Jong. Zij trouwde op 4 Mei 1910 in Haren (Gr.) met Philip Polak uit Schoonoord, een zoon van Simon Polak en Bettje van Rhijn. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Betje en Simon.
Aaltje, haar man en haar kinderen zijn allen tijdens de Sjoa vermoord, zij het op verschillende tijdstippen en op verschillende plaatsen. Aaltje's echtgenoot Philip Polak verbleef vermoedelijk in het Psychiatrisch Ziekenhuis Port Natal in Assen, waar in 1943 Joodse patienten en directie door de bezetter werden afgevoerd. Haar man Philip werd op 23 April 1943 in Sobibor vermoord. Haar dochter Betje, die als verkoopster werkte in de zaak van haar oom Izaak van Dam in Zuidlaren, werd op 8 October 1942 in Auschwitz omgebracht en haar zoon Simon verloor zijn leven ergens in Midden Europa op 31 Maart 1943.
Aaltje zelf werd op 13 Maart 1943 in Sobibor vermoord. Op de kaart uit het archief van de Joodse Raad van Aaltje Polak-Nathans is vermeld dat zij op 9 Maart 1943 in Kamp Westerbork aankwam, maar reeds de volgende dag, kennelijk nog voordat daar was ingeschreven, onder haar meisjesnaam Nathans werd gedeporteerd naar Sobibor. (zie aantekening op haar kaart van de Joodse Raad "bereits vor Registratur abgereist - vermoedelijk 10-3-1943 op transport").
Aaltje's ouders hadden in totaal acht kinderen. Dat waren Klara, Nathan, Salomon David, Sophia, Eva, David Simon, Anna en Aaltje zelf. Alleen haar broer Nathan stierf op tamelijk jonge leeftijd, hij overleed in 1913, 27 jaar oud. Alle andere broers en zusters van Aaltje werden ook in de Sjoa vermoord.
Website www.wiewaswie.nl, archief Joodse Raad, kaarten van Aaltje Polak-Nathans en haar familieleden, Encyclopedie Drente, https://www.geheugenvandrenthe.nl/licht-en-kracht en de geschiedenis van Port Natal, http://www.portnatal.nl/Landgoed_Port_Natal/Geschiedenis.html.